Op de eerste verdieping beweegt iets. Een groot wezen betreedt de isoleercel. Ze draait wat rond. Haar zwarte poten bewegen over het beige tapijt.
Het wezen slaat haar donkere vleugel uit. Ze voelt de ruimte aan. De zon schijnt door het venster op haar huid. Eerst is ze muisstil. Dan durft ze haar stem zachtjes te proberen. Eerst heel bescheiden, dan steeds krachtiger. Haar geluid vult de ruimte, klinkt door in het hele gebouw. Ze klinkt groot, maar vriendelijk en warm.
Ze lokt mensen naar boven, nieuwsgierig naar de verschijning van deze wonderlijke bezoeker.