12.9.15

Zaterdag 12 september


Het groene fluwelen bankje lonkt naar me. De ruimte er om heen lijkt verdacht leeg. Het is zeldzaam om een museum helemaal voor je alleen te hebben. Ik schuifel zachtjes naar binnen, op zoek naar een bewaker in een hoek. Als ik recht in een surveillance camera kijk voel ik me betrapt. Ik troost me met de gedachte dat de persoon aan de andere kant zich misschien net zo voelt.

Ik besluit de anonieme kijker te negeren en loop langs de schilderijen. Ik passeer een groep mensen die druk in gesprek zijn, ze zien mij niet. Er staan een aantal dromedarissen die ik graag wil aaien. Ik gluur nog een keer naar de camera en besluit het risico niet te nemen. Verderop zit een jongen met zijn vader tegen de muur van hun huis, palmbladeren wuiven zachtjes, ik kijk om me heen. Een aantal zeilschepen varen in de verte, hun zeilen glanzend in het zonlicht.


Een naakte vrouw glimlacht naar me. Ik glimlach wat ongemakkelijk terug. Ik neem plaats op het bankje. Een hond knaagt hoorbaar aan een bot, en dan merk ik de ruiter op. Zijn vaandel wappert in de wind, en de kleine ruimte voelt ineens aan als een immens grote vlakte. Zonnestralen dansen op mijn gezicht. Ik sluit mijn ogen. Deze ruiter waakt wel over mij.